Vrijwilligerswerk in Labuan Pandan


- geschreven door Anja van Gestel, september/oktobier 2019


“Hey ga je dit jaar nog op vakantie?”. “Ik ga een maand naar Indonesië!”. “Een maand?! Zozo, dat is lang!”. Halverwege september begon ik mijn reis richting Lombok, mijn eerste keer alleen, mijn eerste keer naar Indonesië en mijn eerste keer vrijwilligerswerk in het buitenland. Met contactgegevens van mensen die ik nog nooit ontmoet had op zak kom ik aan op het vliegveld, waar ik geld pin en ineens multi-miljonair ben! In IDR dan. Buiten staat Putu me op te wachten met een A4tje met ANJA erop, duidelijk, daar moet ik zijn! Hij brengt me van West naar Oost en zet me af bij de homestay van Acok en Emi. Met behulp van Henk en Klaaske kwam ik op het idee om engelse les te geven op de basisschool in Labuan Pandan. Ririn (dochter van Aris, die 2 weken vrij is van haar werk in Bali) gaat elke dag mee naar school als mijn vertaler! De 1e dag ontmoet ik alle docenten en hoor dat er al 2 maanden geen engels docent is (de vorige is getrouwd en verhuisd). Zonder Ririn (en zelfs met haar heb ik af en toe Google Translate nodig) is het onmogelijk om te communiceren op school, het engels is erg slecht en mijn Indonesisch is wat het is na 1 week in Indonesië (losse woordjes en zinnetjes opgeslagen in mijn mobiel).. We hadden een ‘plan’ voor dag 1: ‘introductie op school, kijken hoe ‘t daar gaat en ‘s avonds plannen we de komende 2 weken’. Na 30min op school vragen ze of ik niet gewoon een engelse les kan doen. Ok, ik ben nog compleet onvoorbereid, maar ik heb gisterenavond alle kleuren geleerd (blauw = biru, rood = merah, etc.). Het werd een les over kleuren! Ik ontmoet meteen ‘mijn kinderen’: junior high school klas 1. Twee weken lang geef ik hen elke dag les (op zondag na), soms meerdere uren per dag. Maar ook de andere klassen op school heb ik of engels of sportlessen mogen geven. Natuurlijk, de kinderen zijn 10-17 jaar dus het is chaotisch, maar ze zijn gedreven en werken hard! Veel kinderen (en volwassenen) willen na school engels met me praten om te oefenen, wat dus betekent dat ik non-stop les aan het geven ben! Op het engels van toeristen na horen ze nooit engels en de meesten hebben geen telefoon/internet en dus gaat leren langzaam. Daarom heb ik voor mijn vertrek (45) mp3-spelers en (3) speakers verzameld en voorzien van engelse lessen, audioboeken en liedjes. Het is best wel spannend met al die elektronica in je handbagage langs verschillende douanes te moeten lopen en uit te moeten leggen dat je geen dealer bent! Na een goed gesprek met het schoolhoofd hebben we een plan voor het gebruik van de mp3-spelers bedacht en een paar weken geleden heb ik een appje gekregen dat het goed gaat op school met de mp3-spelers en dat er een nieuwe docent engels is!


Je hebt het vaker in het buitenland, je twijfelt of mensen oprecht aardig zijn of aardig doen omdat je de toerist bent. Maar na bijna 3 weken in Labuan Pandan twijfel ik daar niet aan. Het is moeilijk in woorden uit te drukken waarom je je hier meteen thuis voelt, de mensen zijn behulpzaam, open en (oprecht) blij en dankbaar dat je er bent.
Gedurende de maand: gaf ik ook engels in de avond voor volwassenen, ontmoette ik mensen die leven in de “tijdelijke” huizen van Anak-Anak omdat ze niet meer in een stenen huis durven te wonen, bouwde ik kaartenhuizen met Acoks kinderen, raakte ik bevriend met de jongeren van Kompak, at ik elke dag wel iets (vaak fruit) wat ik nog nooit gezien had, zei ik dus bijna elke dag ‘Apa itu?’ (Wat is dat?), leerde ik spelletjes (Batu Lima, 123 Ninja, ..) van de kinderen op school, kreeg ik een persoonlijke uitnodiging voor een bruiloft, zag ik hoe de mannen die een las-cursus hebben gehad via Anak-Anak een schommel bouwden voor op het strand, bezocht ik watervallen, zwom ik met schildpadden (snorkelen is adembenemend hier!), ging ik surfen, beklom ik de Pergasingan hill, ving ik een krab, plukte ik een kokosnoot, zong ik Indonesische liedjes bij een karaoke, ontstond er een geheime handshake met Tandrang (zoontje van Aris), hield ik interviews, genoot ik van de zonsopgang, sprak ik ongelooflijk veel verschillende mensen, en begon ik Acoks homestay uiteindelijk ‘home’ te noemen. Vrijwilligerswerk en vakantie gaan prima samen. Maar, één maand, één A4-tje. Lang? Nee, veel te kort.